Naar aanleiding van de Internationale Dag van de Rechten van de Mens reikte de Liga voor Mensenrechten op zaterdag 9 december haar jaarlijkse Prijs voor Mensenrechten uit.
Dit jaar bracht de Liga hulde aan Khalid Benhaddou: imam, islamleerkracht coördinator van het netwerk islamexperten, voorzitter van het Platform Vlaamse Imams én auteur van het boek 'Is dit nu de Islam?'. Khalid zette de afgelopen jaren alles op alles om de polariserende tendenzen in onze samenleving tegen te gaan en is een verbindingsfiguur bij uitstek in Gent en ver daarbuiten.
In een samenleving waarin moslimburgers vaak geviseerd worden, en waarin vrijheden op de helling komen te staan onder het mom van veiligheid, roept Khalid op om samen te werken over religieuze en sociale grenzen heen. Hij blijft ijveren voor een samenleving waarin mensen centraal staan. Dat verdient volgens de Liga voor Mensenrechten een stevige schouderklop in de vorm van de Prijs voor Mensenrechten 2017.
Op zaterdag 9 december 2017 lokte de uitreiking van de Prijs voor mensrenrechten 2017 een omvangrijk en bijzonder divers publiek naar de El Fath Moskee in Gent. De laudatio van winnaar Khalid Benhaddou viel te beurt aan Vlaams minister van Onderwijs, Hilde Crevits.
Crevits lauwerde Khalid als "bruggenbouwer, die altijd de taal van de verzoening spreekt" en noemt hem om die reden een inspiratie voor het onderwijs: "Het islamonderwijs heeft in ons land al een lange weg afgelegd, maar nog al te vaak is er onbegrip en gebrek aan kennis over elkaars cultuur. Daarom zijn inspirerende bruggenbouwers als Khalid van onschatbaar belang." Een zichtbaar opgetogen Khalid Benhaddou nam de prijs - een beeldje van Hans Claus – in ontvangst en noemde de erkenning "een hart onder de riem voor het vele werk dat nog op de plank ligt".
Ook minister van Justitie Koen Geens tekende present. Naast felicitaties voor de winnaar, had hij woorden over het toekomstige mensenrechteninstituut in petto: "Het instituut komt er zeker," zei hij in een interview met AVS. "We hebben ten eerste een internationaalrechtelijke verplichting, en ten tweede: ik ben er al een heel tijdje mee doende. Ik moet dit samen met Mevrouw Demir doen. We zijn ver gevorderd en zullen dit voor het einde van de legislatuur kunnen afronden."
